Uitje naar Dickens

Gisteren ben ik naar de bijeenkomst van de Haarlem Branch van The Dickens Fellowship geweest. In Haarlem in het Wapen van Kennemerland, een aangename uitspanning aan de rand van de stad. Voor drie tientjes brengt een taxichauffeur je er heen, als je maar lang genoeg wacht bij het station, want daar was op deze zaterdagmiddag geen taxi te bekennen. Omdat ik geen zin had om eindeloos te wachten op vervoer dat wel of niet komt, heb ik maar naar de mobiel gegrepen en dat bracht na een minuut of tien soelaas. De chauffeur had er eerder kunnen zijn, maar hij dacht dat ik voor het station stond, in plaats van bij de officiële taxistandplaats.

Merkwaardig volk die Haarlemmers, nog wat in de war door 1574, vermoed ik. Ze spreken er overigens keurig Nederlands. Naar verluidt werd ooit het Haarlems accent gekozen als standaard Nederlands. Een goede beslissing, je moet er toch niet aan denken dat voor het Amsterdams was gekozen, maar dit terzijde.

Een prominent lid van de Haarlem Branch, drs. J.C. van Kessel, hield een lezing over ‘J.B. van Amerongen, schakel tussen Coenen en Bomans’. Een interessante figuur, die J.B. van Amerongen. Leraar Engels en uiteindelijk gepromoveerd op het proefschrift The actor in Dickens. Van Amerongen, Dickenskenner en later ook nog populair voordrachtskunstenaar, komt niet voor in Vleugelman, de biografie van Bomans, in tegenstelling tot andere Dickenskenners. Dat was een punt van kritiek door de spreker. Zo leert men nog eens iets.

Na de lezing was er de traditionele borrel, gevolgd door een uitstekend diner. Daarna moet je dan met de trein terug naar Dordrecht. In de trein heen las ik in A Tale of Two Cities van Dickens, ons book of study van dit jaar. Tijdens de terugweg ging dat moeilijk. Ik reis altijd eerste klas, daar betaal ik extra voor, iets wat veel lompe medepassagiers ontgaat. Ik zat in de stiltecoupé, op de eerste verdieping, zeg maar, want de eerste klas beneden was gevuld met een roedel luidruchtige jongeren, zo luidruchtig dat het boven doordreunde. Ze stapten pas uit op Rotterdam centraal. We waren nog niet bij Blaak of twee conducteurs kwamen de vervoersbewijzen controleren. Ik dacht daar iets van, maar ze waren wel bijzonder vriendelijk.