Het gebeurt nog weleens dat ik door een bekende, inmiddels gepensioneerde, Dordtse journalist word aangeduid als schaker. Het klopt, ik heb in mijn jonge jaren gespeeld bij Schaakclub Dordrecht, destijds in de landbouwschool aan de Oranjelaan. Later ging ik spelen bij Groothoofd, in een lokaal aan het Steegoversloot, en tenslotte heb ik een tijdje meegedaan bij De Willige Dame, toen die schaakte in Visser aan de Groenmarkt.
In mijn tijd als bestuurslid van de stichting Bobby Kinghe deden we mee aan het plaatselijke teamschaak. Viertallen die namens een organisatie of bedrijf een competitie speelden. Bij Bobby Kinghe zat Kees Buddingh’ aan het eerste bord, Gerrit de Wolf aan het tweede en Han van Gorkom aan het derde. Ik was de vulling voor het vierde bord.
Soms won ik weleens, maar een groot schaker ben ik nooit geworden. Het was leuk, maar geen roeping. De geschiedenis en de schone letteren waren van meer belang. Toen De Willige Dame van Visser verhuisde naar de Trinitatiskapel ben ik ermee gestopt. Een paar keer werd ik gevraagd om weer mee te doen, maar schaken zonder er een sigaartje bij te mogen roken, nee, dank u, ik houd het liever bij de aangename herinneringen.