Literaire verrassing

Deel IX van mijn literaire dagboeken vordert gestaag. Ik zit nu op ruim 50.000 woorden en er komt nog het een en ander bij, want we zijn aangekomen in september 1990. We hebben net in Dordrecht onze bruiloft gevierd voor de Nederlandse en Engelse vrienden en familieleden. Het was een mooie, zwoele nazomeravond, zodat we ook de tuin en de veranda konden gebruiken, anders hadden we niet geweten waar we de vele gasten moesten laten. Stella heeft een paar dagen in de keuken gestaan om alle, uiteraard Griekse, hapjes klaar te maken. Ik mocht me daar niet mee bemoeien, ‘want jij hebt alleen maar verstand van Indisch en Surinaams eten.’ Dat at ze overigens graag. Doorgaans kookte Stella doordeweeks Grieks en maakte ik in de weekeinden iets Indisch of Surinaams. Tenzij we natuurlijk uit eten gingen, meestal bij Costa d’ Oro op de Voorstraat.

September kwam met een literaire verrassing. Maatstaf, toen een befaamd literair tijdschrift, zou drie gedichten van me plaatsen, maar toen de bewijsexemplaren arriveerden, bleken dat er vier te zijn. Later zouden Stella en ik er nog met enige regelmaat gedichten of vertalingen in publiceren.

Zou er nog iemand zijn van de jongere generaties die weet wat Maatstaf was? Ik vrees met grote vreze, gezien de droevige staat van het literatuuronderwijs op onze scholen. Met het geschiedenisonderwijs is het helaas niet anders gesteld. Vandaar het verontrustende aantal onwetende en onnozele kiezers. Je schrikt van de stompzinnige antwoorden die je soms krijgt als je mensen vraagt waarom ze in ’s hemelsnaam voor extremisten op rechts of links stemmen. Als je niets weet van de geschiedenis kun je er ook geen lering uit trekken.