Twee jaar geleden slaagde mijn goede vriendin Lé Holshuijsen met vlag en wimpel aan de kunstacademie van Arendonk. Zij was een van de weinigen die zich op grond van haar talent nog twee jaar aan het instituut verder mocht specialiseren. Gisteren maakten we een uitstapje naar Arendonk, waar ter afsluiting van de specialisatie een groepstentoonstelling werd gehouden.
Na een rit door het fraaie landschap van de Kempen kwamen wij ter plekke, zoals de Hermandad altijd plastisch vermeldt. We troffen een veelzijdige expositie met werk van hoge kwaliteit, een enkele uitzondering daargelaten. Het werk van Lé sprong direct in het oog, het was wat mij betreft het hoogtepunt van de tentoonstelling, al zullen sommige lezers misschien denken dat ik bevooroordeeld ben, want ze is een vriendin en bovendien oud-leerlinge. Jammer voor die lezers. Door mijn degelijke opleiding tot historicus aan de School voor Taal- en Letterkunde in Den Haag en de Universiteit Utrecht, ben ik ook in dit geval tot afstandelijk en neutraal oordelen in staat. Ik heb bovendien als bijvak kunstgeschiedenis gedaan, wat eveneens mijn blik beïnvloedt. Een bijvak dat mij ooit werd afgeraden, want ‘sociaal-economische geschiedenis is toch veel belangrijker?’ maar waaruit ik mijn leven lang al veel genoegen put.
Kortom, ik heb in Arendonk genoten en vooral van het werk van Lé, van wie ik thuis ook een prachtig schilderij heb hangen. Ik hoop dat we nog veel van haar zullen horen en vooral: zullen zien!