
De keukenklok blijft doorgaan met de zomertijd. Dat is mijn bescheiden daad van verzet en het scheelt me de beklimming van een wankel trapje om bij het ding te komen. Mensen op licht gevorderde leeftijd moeten bij voorkeur geen dingen als keukentrapjes beklimmen hoorde ik eens op een bijeenkomst van gepensioneerden. Ook moet er rubber onder de druppelkleedjes rond het toilet, anders kun je tijdens het wateren een onverwachte smak maken. In de badkuip met douche kun je beter een rubberen mat leggen, dat voorkomt een fatale uitglijder en natuurlijk wordt een fietshelm aangeraden.
Gemakshalve heb ik mijn bad laten vervangen door een inloopdouche met de stroefst mogelijke antislipvloer. Alleen in het pied-à-terre in Thessaloniki loop ik nog risico bij het nemen van een stortbad. Een fietshelm? Nee, daarvoor ben ik te gehecht aan mijn hoeden, of bij storm en regen een pet. Op mijn hoofd geen ei, hoe verstandig het ook zou zijn. Ik krijg langzamerhand een tikje de schurft aan al dat verstandig zijn. Nu mijn herfsttij des levens langzamerhand begint aan te breken vind ik dat ik het recht heb een beetje onverstandig te leven. Om het leuk te houden. Niet dat zeikerige, maar wel een flinke borrel op zijn tijd. Zo komt een mens de duistere maanden van de naderende wintertijd wel door. Nou ja, dat hoop ik dan.