
In oktober 1990 was er een reünie waarop ik een aantal oud-schoolgenoten ontmoette. Daaronder Marianne, het mooiste meisje van de klas, waar ik indertijd heel erg verliefd op was. Ik schreef gedichten voor haar, die ik haar niet durfde sturen. Gelukkig maar. Het waren slechte gedichten. Ik vind het niet erg dat ze verloren zijn gegaan.
Marianne vertelde dat ze mij wel een interessante jongen vond, vooral omdat ik bij de schoolkrant zat en soms wat provocerende stukjes in het plaatselijke suffertje schreef. Ze vond me ook een beetje arrogant, omdat ik nooit wat tegen haar zei. Ik heb maar niet gezegd dat ik doodsbang was om afgewezen te worden als ik haar zou aanspreken. Puber, verliefd en verlegen. Beroerder kan het eigenlijk niet.