Hoe die paar gladiolen in de tuin terecht zijn gekomen is me een raadsel, maar al jarenlang komen er enkele tot bloei. Ik vermoed dat Stella ze een keer heeft geplant. Dat moet dan achttien jaar of meer geleden zijn. Gisteren zag ik de eerste weer bloeien, er komen er nog een stuk of wat bij. Helaas is de vlinderstruik door een of andere ziekte getroffen. Hij bloeit wel een beetje, maar oogt nogal minnetjes. Ook de lavas, die altijd welig tiert, is aan het verbleken. De munt daarentegen groeit als nooit tevoren, evenals de klimroos.

Vijfenveertig jaar geleden kocht ik het huis waarin ik nog steeds woon, vooral vanwege de veranda. Die deed mij denken aan Nederlands-Indië, het land dat niet meer bestaat en waar ik ook nooit ben geweest, maar waarover ik veel heb gelezen en als nogal romantische jongeling veel heb gedroomd. De enige oud-kolonie van Nederland die ik uitgebreid heb bezocht was Suriname. Dat was een fantastische reis, maar niet lang daarna kwam 8 december 1982. Ik ben er nooit meer geweest en gezien mijn licht gevorderde leeftijd en afgenomen reislust, zal ik er ook wel niet meer komen. Toch denk ik nog vaak aan die verstilde ogenblikken aan de oever van de rivier, als de zon onderging op Stoelmanseiland.

Op zwoele zomeravonden zit ik graag op de veranda. Te lezen of zomaar wat te mijmeren. Een heel enkele keer steek ik daarbij weleens een klein sigaartje op. Een guilty pleasure die het leven dragelijk houdt.