Het werk aan literair dagboek IX heeft een poosje stilgelegen. Tja, mijn verblijf in Thessaloniki en bij terugkomst allerlei zaken die waren blijven liggen en geregeld moesten worden, maar vandaag ben ik weer met goede moed verder gegaan en met veel plezier. We zijn in het dagboek op huwelijksreis. Die ging naar Skiathos, Skopelos en Alonissos. Ik dacht mij daar veel van te herinneren, maar er zijn nogal wat details uit mijn geheugen weggezakt.

Vandaag zitten we op Skopelos, waar we aan de haven een uitstekend visrestaurant vonden. Al lezende en tijdens het bewerken van de aantekeningen dacht ik: ‘Konden we die reis nog maar eens overdoen.’ Wat voor indrukken zouden we nu opdoen, vijfendertig jaar verder? Veel meer toerisme, vrees ik, met de aanklevende ellende van megahotels aan de stranden en hoogbouw. Zou de citroenboom achter het huis waar we logeerden en waar we vrijuit van mochten plukken er nog staan? Zou dat charmante huis zelf er nog wel staan?

De reis voert ons in de komende dagen naar Alonissos, waar we optrokken met een bevriend echtpaar. Zij lerares Frans, een collega van Stella. Ze hadden een boot waarmee we naar afgelegen strandjes voeren. Soms zagen we zeeschildpadden en een enkele keer dolfijnen. Eigenlijk ben ik geen strandmens, ik ben vooral iemand van op het water en niet erin en dan al dat zand of die kiezelstenen, maar Stella baadde graag in zee en als ik er eenmaal in lag, was het toch ook wel een beetje aangenaam. Laat ik echter niet op de zaken vooruit lopen, morgen verder met het dagboek.

Ondertussen heb ik ook nog een nieuw boekenpraatje opgenomen. Dat vind je hier.