
In de benedenstad dronk ik een cappuccino en een tsipouro met mezedes (hapjes). Dat kostte me tien euro. Vervolgens at ik in mijn buurtrestaurant bakalao (vis in een jasje van deeg gebakken), een hete peper, gebakken aardappels, een salade met kool, wortelen en olijven. Ik spoelde alles weg met een halve liter rode wijn. Alles bij elkaar, inclusief fooi: vijftien euro.
Al met al kostte de dag mij vijfendertig euro. Dat is minder dan een rondje aan de stamtafel van mijn Dordtse kroeg, die, althans voor Nederlandse begrippen, toch ook milde prijzen hanteert. Ik heb het idee dat ik hier min of meer slapende rijk word. Een beetje zelfbedrog is gezond voor de geest, denk ik altijd maar.