Het was wel een rit van ongeveer de afstand Groningen – Maastricht en vice versa, met onderweg een schier ontelbaar aantal tunnels dwars door de bergen, maar het was de moeite waard. Het is altijd bijzonder om een Griekse bruiloft mee te maken en dat was ook dit keer weer het geval. De zoon van een van onze vrienden ging trouwen en nog wel in de hoofdstad van Epirus, Ioannina, ooit de zetel van de wereldvermaarde Ali Pasja (1740-1822).
De avond voor de trouwerij aten we met een gezelschap oude vrienden in een restaurant in het hart van de stad, dichtbij het meer van Ioannina. In dat meer ligt een eilandje, waar ik zevenendertig jaar geleden met Stella overnachtte. Ik herinner me dat we ’s morgens vroeg door rondscharrelende kippen werden gewekt.
Tijdens de plechtigheid in de kerk moest ik terugdenken aan onze eigen trouwerij, in de Agia Sofia in Thessaloniki. Eigenlijk had Stella hier ook moeten zijn, bedacht ik, en ze was er in feite ook, want al die mensen waarmee ik een dag eerder uit eten was, waren ook haar vrienden en soms ook collega’s. Toen Stella overleed was de bruidegom een jongetje van twaalf.
Onderweg naar de kerk stuitten we op een pappas wiens accu was leeggelopen. We konden hem met startkabels weer op weg helpen, we moesten daarvoor alleen even de straat blokkeren, maar dat is in Griekenland schering en inslag waar niemand van opkijkt. De priester kon snel weer verder, het feest was zeer geslaagd.