Emigrant
Warnaar, mijn trouwe lezers weten wie ik bedoel, is geëmigreerd naar een eiland in het Mediterrane zuiden. Daarom schrijf ik mijn miniaturen voorlopig even zelf. Het valt natuurlijk niemand op dat ze allemaal precies 250 woorden bevatten, een zelfopgelegde, onnodige restrictie die desalniettemin lekker schrijft. Aan het eind moet je puzzelen om op het juiste getal uit te komen en dat is leuk. Een heel enkele keer ga ik er overheen. Ik krijg altijd wel commentaar van iemand als ik voor de grap schrijf ‘baadt hij niet, hij schaadt ook niet’, maar als een stukje eens een keer 300 woorden heeft of, waarom niet? 282, dan hoor ik daar niemand over. Waarom zouden ze?
Het eiland van Warnaar geef ik niet prijs. Toeristen vind je er nauwelijks. Er is een klooster, er zijn enkele restaurants en er is een schilderachtige haven waar het altijd rustig is. Aan de einder zie je de contouren van andere eilanden. Ik ben ervan overtuigd dat Warnaar op een goede dag het Eiland van Dordrecht gaat missen en er naar terugkeert.
De schilder Jongkind (1819-1891) noemde Dordrecht ooit de mooiste stad van Nederland. Sindsdien heeft het gemeentebestuur er alles aan gedaan om die uitspraak te ontkrachten. Wat de Duitsers verwoestten in Rotterdam heeft het Dordtse stadsbestuur op eigen initiatief gedaan, zij het dat er geen doden bij zijn gevallen. Ondanks dat heeft de stad, voor mij is dat alles tussen de spoorlijnen en de rivier, een bijzondere, wat dorpse sfeer. Dat moet vooral zo blijven.